De laatste keer dat ik in een rijdend voertuig heb gezeten moet al zeker 10 weken geleden zijn. Onder rijdend voertuig versta ik ook een vliegtuig, overigens. Dat rijdt doorgaans ook over een landingsbaan en schudt in de lucht als een bus over een losliggende klinkerweg.
Ik vermoed dat ik in deze 10 weken een zekere vorm van reisziekte heb ontwikkeld. Dit moet raar klinken uit de mond van een voormalig backpacker. Reken maar uit, ik fiets dagelijks (niet hard en ik ben zelf bestuurder), ik zit soms in een tuktuk (maar dat is in de openlucht) of achterop een brommer (idem dito).
Een bussysteem à la Arriva bestaat hier niet en voor lange afstanden neem ik de grote motor. Dus alle transport met mij gaat in de openlucht, gaat niet hard en ik rijd meestal zelf.
Ik ga er vanuit dat mijn maag zich in die tijd een soort luiheid heeft aangemeten en geen idee meer heeft hoe het zich schrap moet zetten voor een reis.
Dit merkte ik onlangs in het vliegtuig. Tijdens wat turbulentie voelde ik de koekjes van BangkokAir stuiteren. Later in de taxi in Bangkok ook en kon ik me nog net inhouden niet over het dashboard en de boeddhabeeldjes heen te spuwen.
Tijdens de reis terug naar Phnom Penh een paar dagen later was het van hetzelfde liedje. De taxi was eveneens misselijkmakend, en daarmee bedoel ik niet het rijgedrag van deze man of de geur uit zijn airco.
In het vliegtuig terug sloeg ik de lunch zodoende over, gezien de verwachte turbulentie waar de piloot naar refereerde. Dat was maar goed ook, die kotszakjes waren er niet voor niets.
Opgelucht stond ik later met twee voeten veilig op Cambodjaanse grond, waar het verkeer in Phnom Penh niet harder gaat dan 40 km/h en ik zelf lekker kan rijden. Geen reisziekte hier voor mij. De reis naar Nederland later dit jaar staat dus gepland met de motor, of meeliftend per paard en wagen.
Annemiek.
Marieke Schoon says
Zwemmen kan ook nog misschien? 😉
& verder de groeten uit NL ! Marieke