Ik krijg wel eens de vraag, van; waar woon je dan precies? En dat is ook wel wat lastig. Oké, ik woon in Phnom Penh, de hoofdstad van Cambodja. Maar dan weer niet in het centrum. Elke straat heeft hier een nummer, een aantal grote boulevards een naam. De meeste adressen bestaan dus uit twee nummers; een nummer van de straat en een huisnummer. Postcodes doen we niet echt aan, gezien al die cijfers is dat wellicht maar goed ook.
Toch ken ik vrij weinig mensen die weten waar globaal gezien een bepaald straatnummer is. Een straatnummer noemen heeft zodoende niet altijd zin, want menigeen kent die niet. Een huisnummer noemen heeft al helemaal geen zin, want de nummers zijn vrijwel nooit in goede volgorde. Dat huis nummer 6 en huis nummer 35b naast elkaar staan, is vrij normaal.
Het handige aan Phnom Penh is wel dat bepaalde diensten redelijk gegroepeerd zijn. Zo is er dus een wijk met allemaal fietsenwinkels, een straat vol wasserettes, maar ook een gedeelte van de stad waar allemaal stof en naaigerei te koop is. De alom bekende boor-, schuur- en zaagmachine straat mag natuurlijk niet ontbreken en de straat met walkietalkies ook niet. Handig voor het navigeren: ik woon daar bij die straat met al die apotheken en dan rechtsaf. Kijk, dat schiet op.
Het wordt wel wat ingewikkeld als winkels zich gaan mengen (een Chinees restaurant tussen een hele rij kledingwinkels) of zelfs meerdere dingen gaan verkopen. Bijvoorbeeld een Samsungwinkel gaat naast telefoons ook bikini’s verkopen (echt, je bedenkt het niet). Of als ze denken; laten we de wereld redden: naast het wassen van kleding, verkopen we nu ook iPad hoesjes.
Wat vooral niet handig is, is zeggen: ‘Ik woon daar waar die brommers gerepareerd worden’. Dat gebeurt praktisch overal. Of ‘Bij mij in de straat staat nu een feesttent.’ Als het trouwseizoen eenmaal begonnen is, staan er soms 2 in elke straat. Of ‘Ik sta nu naast een man die kokosnoten verkoopt.’ Die zijn overal en kokosnootkarren zijn verrijdbaar. Of, en deze heb ik echt gehoord, ‘mijn huis is naast zo’n groot rood bord met Angkor erop.’ Angkor is een biermerk, dat verkoopt ieder restaurant, elk zichzelf respecterende eetgelegenheid heeft zo’n bord. Maar dit geheel terzijde.
Toch blijft het lastig waar ik woon. Er is vrijwel niks. Geen kruising met een andere straat, geen winkels, geen restaurants. Een doodlopende weg met enkel huizen.
Oja, er is wel een politiebureau. Nou bureau, bureau. Dat zegt het bord, althans. Boeven worden er niet gevangen en over het algemeen heeft de politie niet een al te hoge status dan wel bekendheid hier. Ze slapen half bloot op de bamboebedjes buiten, op ieder willekeurig moment van de dag. Ze lossen wel eens een burenruzie op (over geparkeerde auto’s) en gaan daarna dan lekker met elkaar pingpongen.
Dus als je die hoofdofficier vindt, die slechts met een sarong om een potje staat te tafeltennissen, dan vind je mijn huis ook wel.
Annemiek.
Watercolor map by Michael Tompsett
Geef een antwoord