Ik weet niet of u al eens ooit bij het Ministerie van Justitie bent geweest? Onlangs ging ik langs bij deze mensen in Phnom Penh. Een statig groot gebouw, wellicht uit de Frans koloniale tijd. Maar waar ook al sinds de koloniale tijd volgens mij vrij weinig aan was gebeurd.
Van de voorkant leek het heel wat, maar eenmaal de trap op langs de grote pilaren bleek het slechts een decor van permanent gestutte muren en andere bouwmaterialen. Het kamertje waar ik moest zijn, ergens achter naar beneden in een soort keldertje. Mensen hadden mij gewaarschuwd; de medewerkers kunnen geen Engels daar, niemand kent het proces voor buitenlanders.
Als leraar heb je een police check nodig op het moment dat je een nieuwe baan aanneemt of emigreert, oftewel; wat we in Nederland kennen als een VOG. Na wat bureaucratische rompslomp (lees: je ouders’ namen vertalen in het Khmer), pasfoto’s en andere gegevens, maakte ik me naar het ministerie. Meneer Hean (zeg: Hien) hielp mij in perfect Engels. Hij wist precies wat hij nodig had en waar ik moest betalen. En in minder dan tien minuten stond ik weer buiten; om over maand weer terug te komen.
Dus een maand later zag meneer Hean mij weer aankomen, hij wees me naar een andere ruimte deze keer. Ik was niet de enige, wel de enige niet-Cambodjaan. Er werden zoveel mensen, stapels documenten en stoelen in deze wachtruimte/-balie in deze vierkante meters gepropt, dat ik noodgedwongen de hele rij stoelen in beslag nam. Omdat er simpelweg geen ruimte elders was om mijn benen te laten.
Na ruim een half uur werd Miss Miekie omgeroepen en kreeg ik de police checks mee. Er zaten spelfouten in mijn achternaam, waar ik trouwens pas twee dagen later achter kwam, maar ook dat was binnen een dag weer gepiept. Gelukkig.
Annemiek.
Geef een antwoord