Ik had hier heel zielig kunnen typen over mijn gekneusde vinger van afgelopen week. Maar sinds vandaag heb ik een veel zieliger schepsel in huis. Mijn allerliefste Minty bedacht gisteravond en passant even al haar haren eruit te trekken.
Dat merkte ik toen ik thuis kwam. Ik was nog geen drie uur weggeweest, maar mijn appartement was bedekt met haar. Heel even dacht ik dat ze een andere kat te lijf was gegaan, die zichzelf naar binnen had getoverd. Maar toen ik haar kale staartje zag, moesten het haar eigen haren wel zijn. Alsof ermee in een grasmaaier had gezeten. Nu leek ook een grasmaaier me een zeer onwaarschijnlijke gast tijdens mijn afwezigheid. En even later zag ik dat ze zichzelf te lijf ging, als een malle.
De volgende dag was de situatie niet verbeterd. Dus besloot ik na lang wikken en wegen toch maar richting de dierenarts te gaan. Dat voelde toch wel een beetje alsof mijn eigen kind drie verstandskiezen moest laten trekken.
Minty heb ik anderhalf jaar geleden gevonden langs de kant van de weg, een uitgedroogde kitten van drie weken oud. Samen met haar zusje, al was die al vrij gauw niet meer te redden en ging dood aan een bacterie. Minty is de allermooiste kat van heel Phnom Penh en ver daarbuiten. Lief, speels en ook een beetje gek. Ze wil het liefst de hele tijd bij mij zijn, tot en met de wc aan toe. Dat ze al een aantal glazen en kommetjes heeft kapotgemaakt, een lamp en ook de hor, plus de bank als krabpaal gebruikt, neem ik met gemak voor lief. Want Minty is gewoon de allerleukste.
Er is alleen één ding, ze vindt eigenlijk alleen mij leuk. Als er iemand anders in huis komt, dan vliegt ze gauw achter het bed of staat ze te grommen bij de deur. Eigenlijk is ze best bang, voornamelijk voor mannen in lange broeken, maar eigenlijk voor iedereen die niet mij is (dat is praktisch iedereen). Ook de vorige keer bij de dierenarts was geen succes. Toen ik haar kwam ophalen, riep de dierenarts vol verbazing: “Ze vindt mensen wel aardig?!”. Ze hadden haar in eerste instantie niet te pakken kunnen krijgen.
Ik zag de bui al hangen. Hemelsbreed is de dierenarts niet ver weg. De straat over, de weg oversteken en dan drie keer slalommen in de andere wijk. Minty ging in een sporttas en die bovenop mijn fietsmand, tot nu toe geen probleem. Markant detail, Minty is erg bang voor harde geluiden, met name brommers. Nu kan ik wel stellen dat Phnom Penh niet bepaald brommervrij is en we moesten de 271 oversteken, noem dat de A1 van Phnom Penh. Dat was ook de reden om met de fiets te gaan, want met een tuktuk zou het nog veel langer duren.. Toch weerhield dit Minty niet en ze wurmde zich zodoende bijna weer uit de sporttas, terwijl ik mezelf door het verkeer foeterde.
Normaal gesproken ben ik vrij rustig en zing ik hardop ‘Let it go, let it go..!’ als er weer een debiel dwars op de ringweg gaat keren of zoiets dergelijks. Nu was mijn geduld verdampt tot nul en had ik al meerdere mensen uitgemaakt voor kontgat of ‘rijd in vredesnaam door, jij hypocriete Lexus!’ met ondertussen mijn hand aan een sporttas en de andere op de rem. Toen moest ik ook nog over een hobbelweg en dwars door een markt, ja hoor, Annemiekje roggelt het wiel.
Voor wie denkt dat het ergste voorbij was toen we eenmaal arriveerden bij de dierenarts, heeft het mis. De hele wachtkamer zat vol. Algauw dook er een jongetje tussen mijn benen, grijpend naar zijn kat die kennelijk onder mijn stoel zat. Ook was er een meneer die niet kon ophouden over hoe zielig zijn Charlie was na de castratie (ik heb het hier over zijn kat, die, inderdaad, nog halfanesthetish in zijn kooitje lag). Toen kwam er ook nog een kitten voorbij, die, naar mijn idee, te veel lawaai maakte voor z’n eigenlijke grootte. Het was zo’n katje met zo’n ingedrukte neus, misschien dat dat het was. Ook was er een hond zonder achterpoten en een kat met zo te zien een infectieziekte in een vergevorderd stadium. Minty hield ik zodoende maar in de tas.
Toen de man uitgezeverd was over zijn zielige Charlie, de infectiekat was afgevoerd en de ingedrukte neus in de tuktuk werd gezet, waren wij aan de beurt. De dokter herinnerde zich Minty nog goed (geen goed teken) en Minty begon inmiddels te blazen en te grommen (ook geen goed teken). Het lichamelijke onderzoek duurde op de kop af twee tellen, toen had Minty er schoon genoeg van. De dokter besloot dat ze een spuit moest, antibiotica en een zalf en ook nog vlooienspul. En eigenlijk nu. Niet dat ik Minty nu nog te pakken ging krijgen, want ze had zich inmiddels in een hoek achter een kooi verschanst. Ook mij vond ze (heel begrijpelijk) niet aardig meer. En stiekem had ik het ook wel gezien.
Er werd een andere arts bij geroepen voor de zekerheid. Zowel Minty als ik waren inmiddels far from amused. Uiteindelijk kreeg ik Minty zelf te pakken en was het op wat grommen na toch nog gauw gepiept. Die zalf was geen helaas echt geen succes en dat moest er de komende week 2x daags nog op die tochwel aangedane staart. Goi goi. Heb ik weer, een kat met een probleem in het immuunsysteem of met stress, want dat zijn de mogelijke oorzaken. Inmiddels is ze weer redelijk rustig en is ze gewend aan die lampenkap die ze om moet.
Wat een feest. En dit is pas het begin, want volgende week moeten we weer terug voor controle.
Annemiek.
Willie says
Och gossie, ik denk dat ze in de stress is geraakt omdat wij er even niet meer zijn.
Karin says
Heyyy!! Je maakt wat mee..
Weer geweldig geschreven, en hopelijk komt Minty er snel weer boven op…
Dikke knuffel uit Engelbert!
Tante Jannie says
Heel mooi geschreven, kan zo in de (school)krant of in het kattentijdschrift.
Vraagje: Waar was Minty toen jij met vakantie in Thesinge (Holland) was?