De buren hebben een slachthuis. Ik weet het zeker. ’s Avonds liggen er varkens in een truck. Ik hoor ze en ik zie varkensurine uit de laadbak stromen.
’s Ochtends vroeg rond de klok van 5 hoor ik getimmer en gestomp. Wel snotverdrie, wie bedenkt er om op dit tijdstip een kippenhok in mekaar te timmeren of schilderijen op te hangen of wat het dan ook is dat mij nu wakker maakt? Nou?!
Nu ben ik normaal gesproken allang wakker en één glimp uit het raam laat zien dat dit geen verbouwing is. Nee, dit is het geluid van hakmes op bot, varkensbeen, op een houten snijplank. Dit is het werk van een slager. Dit zijn die varkens die ik gisteren nog levend in die truck zag.
Ik weet nu ook dat dit handel ten top is. Want na een paar dagen komt er een heuse kraam voor de deur van de buren. En brommers rijden af en aan voor het kopen van dit zorgvuldig gehakte varkensvlees. En nu zijn er ook beveiligingscamera’s geïnstalleerd om de kraam en de truck te bewaken. Ja, het is serieuze business.
Rauw varkensvlees in de zon, dat gaat stinken. Dat weet ik. Nu is het niet alleen vlees, maar ook varkenspoten, ingewanden, bloed, huid. Praktisch alles van de varken ligt naast de kraam gesorteerd in bakken.
Dat hout van de kraam en het hakblok gaat ook stinken naarmate de dagen vorderen. Het wordt dan wel schoongemaakt met water. Maarja. Echt hygiënisch is het niet. Het zieligste vind ik het nog wel voor de telefoon die in het midden van alle stukken varken ligt. Voor een gezellig muziekje tijdens het harde werk. Het idee dat je die telefoon nog weer moet aanraken als ie overgaat. Get, nee.
En dan vertrek ik naar m’n werk. Al hinkelend en mijn fiets manoeuvrerend tussen de hompen varken probeer ik niet over te geven van de lucht. Eigenlijk probeer ik niet te kijken, maar ik doe het toch. Zodoende botst mijn fietst tegen een geparkeerde brommer. Oeps, de buurman wordt boos natuurlijk.
Maar dat is ook het enige wat ik er tegen kan doen. Botsen of er tegenaan schoppen. Niemand die er iets aan veranderd. Als de buren een varkensslachterij willen beginnen voor de deur, dan kan dat en dan blijft dat zo. De huisbazin gaat tevergeefs naar de sangkat chief, de wijkleider, en de environment chief, de milieu leider (nu vind ik dat sowieso een wat dubieuze baan in Phnom Penh). Maar het verandert niets. Het zijn enkel de woorden van de huisbazin over de buurman, die uitleggen wat ik eigenlijk al weet: ‘He’s stupid, he’s not been to school.’
Annemiek.
Geef een antwoord