‘Is dat dan je passie?’
Ik vind dat zo’n raar woord; passie.
Sinds ruim een jaar, nee langer, misschien wel anderhalf jaar doe ik aan CrossFit. En Crossfit kent haters and lovers. Ik houd van CrossFit en dan is het ook zomaar een passie.
Na ruim een jaar trainen heb ik afgelopen november in Bangkok mijn L1 gehaald. Dat betekent dat ik nu officieel CrossFit Level 1 Coach ben. En daarmee dus bevoegd om andere mensen te trainen. Level 1 houdt natuurlijk wel in dat er nog veel te leren valt.
CrossFit coachen is niet direct mijn doel. Ik heb zelf nog zoveel te leren als atleet, dat ik mezelf nog niet anderen zie coachen daarin. Maar bij ons in de box (de sportschool in CrossFit-taal) is er ook bootcamp. Dat is vrij gelijk aan CrossFit, iets minder intens en zonder extra gewichten. De mensen die hieraan meedoen komen van hele verschillende achtergronden. Sommige zijn geblesseerd geweest en willen sporten rustig aan oppakken, anderen hebben al sinds jaren niet gesport. Sommige waren als kind nationaal turnkampioen en sommige zijn herstellende van een knie-operatie. Mensen met overgewicht, hypermobiele ellebogen, een beschadigd gehoor, epilepsie, een stofallergie, laag zelfvertrouwen; het komt allemaal voorbij. Wat ze gemeen hebben is dat ze allemaal erg gemotiveerd zijn, alleen ze weten vaak niet hoe of waar te beginnen.
Toen ik begon met CrossFit kwam ik net vers bij dokter Dick vandaan vanwege een rugblessure. Pijnloos bukken leek een droom en ik was dan ook wat huiverig toen ik voor het eerst een lift deed met extra gewicht. Wat ik zocht was een sport die allround was. Waar je sterker van wordt en sneller tegelijk. Een betere conditie, balans, uithoudingsvermogen, kracht. Ik wilde me niet specialiseren in één sport, ik wilde rennen en liften, touwtje springen en opdrukken. Ik vond het in CrossFit.
Er hangt een enorme cult om CrossFit. Harde muziek, ontblote bovenlijven, handen vol met blaren, proteïne shakes en wolken van magnesium. Voor sommigen genoeg reden om er niet aan te beginnen.
Ik zag onlangs deze video over opa Tom. Een man van over de 70 die op een gegeven moment zelf niet meer uit bed kon komen. Begrijpelijk zou je denken, voor een man van zijn leeftijd en omvang. Maar hij pakte zichzelf bij elkaar en meldde zich aan bij een box. Hij was, en mogelijk nog steeds is, de meest niet-fitte persoon die daar CrossFit doet. Maar hij kan zelf inmiddels zonder hulp weer overeind komen, hij is al een gezondere versie van zichzelf dan hiervoor.
Ik denk dat het dáár om draait. Ik kan na heel veel trainen mezelf nog steeds niet optrekken en een deadlift over de 100 kg is ook nog niet gelukt. Ik ben nog steeds zoekende naar hoeveel ik van wat zou moeten eten, zonder dat ik de hele dag bleekselderij loop te choppen en eieren bak. Ook als coach moet ik weer als stagiair werken aan time management en organisatie, de Pabo-tijden herleven.
Maar de rugblessure is compleet voorbij. Ik ben sterker, gezonder en bovendien een stuk happy-er met mezelf.
Het coachen van andere mensen hierin is ook iets waar ik veel energie van krijg. Ik had nooit gedacht ik dit zou doen, in Cambodja nota bene, dat ik boeken zou lezen over olympisch gewichtheffen, filmpjes op Youtube zou kijken over hamstring stretches en bovenal één van die mensen worden die zowat elke dag in de box te vinden is.
Maar goed, daarom zal het wel een passie heten.
Annemiek.
Geef een antwoord