Nog niet zo heel lang geleden heb ik mijn fiets aan gort gefietst. Of beter gezegd; net zolang gewacht totdat ik echt naar de fietsenmaker moest.
Terwijl ik uit school kwam, lag mijn fietsband er een beetje zielig bij. Gelukkig is er op elke straathoek wel iemand met een compressor, dus die lege band leek mij geen probleem.
Helaas werd mij algauw in het Cambodjaans duidelijk gemaakt dat de geperste lucht uit de compressor in de band er net zo hard weer uit zuchtte. Lek, dus.
Onderweg passeer ik normaal gesproken de wereld aan bandenwinkels, dus die lekke band leek mij geen probleem. Echter werd ik gesommeerd naar de markt in het centrum te gaan, daar waar ik de fiets ook gekocht had, waar alle fietsenwinkels zijn. Want heus alleen daar kunnen ze een fietsband repareren. In de winkels onderweg zijn alleen, maar dan ook echt alleen, brommerbanden te verwisselen. Hmpf, dat werd dus een hobbelige tocht richting het centrum.
Alsof ik het zelf nog niet door had, werd ik onderweg meerdere keren op mijn lekke band gewezen. Ja goed, alleen een eigenwijs als ik fietst natuurlijk lekker door.
Aangekomen bij de fietsenmaker gebaarde hij met grote pufbewegingen dat ik wel een fietspomp kon gebruiken. Nou meneer, er is wel meer aan de hand, eh band. Ik kon over één uur terugkomen en ik moest tien dollar meenemen. En toen begon het mooie.
Ik had namelijk een rok aan, zoals de gemiddelde vrouwelijke leraar hier betaamt. En met die rok zou ik achterop een willekeurige scooter naar huis gaan. Maar met een rok ga je niet wijdbeens, zeker niet op de brommert. Dat werd dus op z’n Amazones. Al vaker had ik Cambodjaanse sarongdragers met twee benen aan één kant op een rijdende scooter zien zitten, doodeng leek me het. Maar nu had ik eigenlijk geen keus. ‘Eh, how, eh, we do this?’ vroeg ik nog, al begreep de moto-man niet zo goed waarom ik zo liep te treuzelen. Goed, daar ging ik, heel elegant met mijn rokje achterop, benen over elkaar. Het vinden van evenwicht was wennen.
Maar toch heerlijk, deze gratis airco, zwierend door de straten. Zoals de moto gaat, zo waait m’n rokje. Een ware tango door de stad. Het was wel een beetje jammer dat mijn knieën wat ver uitstaken, zodat ik daarmee weleens tegen iets of iemand aan botste.
Nadat ik thuis geld had gehaald, gingen ik en mijn Amazone-partner weer terug naar de fietsenwinkelstraat. Trots liet de fietsenmaker zien dat de binnenband was vervangen, de versnellingen het allemaal weer in de juiste volgorde deden, dat de spaken weer op z’n plek zaten en de slag uit het wiel verdwenen was. En dat hij dat allemaal zo snel gefikst had. Ik was heus heel blij. Echt.
Maar dit betekende ook dat ik weer zelf kon fietsen. En dat die Amazone-tango er voorlopig niet in zat. Jammer. Bij deze neem ik me voor dat ik niet meer zo lang wacht voordat ik naar de fietsenmaker ga. Misschien rijdt er morgen wel een Amazone een deuk in mijn mandje. Dan moet ik echt terug.
Annemiek.
Geef een antwoord