Zo. Het heeft wel heel erg lang stil gestaan hier. Voor schrijven heb ik lucht nodig. En dat was er niet de laatste maanden. ’n Drukke baan, ’n druk bestaan en dan schiet het schrijven er bij in.
Tot nu. Want nu ben ik in Colombo, Sri Lanka. Het is vakantie.
Ik zie zoveel mensen, zoveel indrukken. Mannen met tulbanden, mannen op blote voeten. Vrouwen in sari’s en vrouwen met hoofddoeken. Het meisje naast mij in het vliegtuig stopt me snoep en donuts toe. De manager van het hotel laat me eerder inchecken. ‘You look exhausted, you should rest.’ En daar kon hij nog wel eens gelijk in hebben.
Er is veel gebeurd, het schooljaar is afgelopen. Vrienden gaan weg, veel herinneringen gemaakt, deadlines in de laatste weken nipt gehaald.
Gelukkig geeft een ander land algauw nieuwe energie. Rechts sjezen de tuktuks voorbij en links is de kust. Een andere taal, andere gezichten en op iedere straathoek verse roti en samosa’s.
Ik weet niet hoe ik het voor elkaar heb gekregen, maar ik ben in een gedeelte van de stad waar geen enkele andere toerist is. Hoe ver ik ook gelopen heb vandaag, geen één verdwaalde vakantieganger. En dat vind ik niet eens zo erg. Al word ik wel aangestaard alsof ik een tweekoppige roze neushoorn ben.
‘Hello, madam. I like you.’
And I like you, Sri Lanka.
Annemiek.