Sindskort geef ik Nederlandse les in Phnom Penh. Zoals wel meer hier, is me dat een beetje overkomen. We hebben 1 à 2 keer les in de week en dan spreken, luisteren, schrijven en lezen we in het Nederlands. Ik moest wel even een drempel over om Nederlands te praten tegen mensen waarvan ik weet dat ze dat eigenlijk niet verstaan. Maarja, het moet. Want anders leren ze het nooit.
Middagen heb ik over het Internet gestruind op zoek naar werkboeken, luisterfragmenten, video’s etc. Want op een paar romans na, heb ik hier niks niet in het Nederlands. Gelukkig ben ik nu redelijk voorbereid en tot nu toe bevalt het ons goed.
Mijn studenten zijn heel verschillend. De één heeft een Nederlandse vader, de anderen willen graag in België gaan werken en weer een ander wil graag de Nederlandse nationaliteit krijgen. Eentje gaat nog naar school, de anderen zijn al klaar of hebben amper onderwijs gehad. Wat ze allemaal gemeen hebben, is dat ze heel hard willen werken. Zoveel mogelijk oefenen, bladzijdes lezen, alle momenten aangrijpen om Nederlands te oefenen, hoe moeilijk het ook voor ze is. Dan krijg ik ineens een smsje met: ‘Goedendag, volgend les diensdag?’ Of vragen over waarom een werkwoord soms voor het onderwerp staat en Vandaag ik ga met de trein dus fout is.. En keuze zinnen als De zon staat hoog aan de grond/hemel/ochtend. Ai. Lastig, hoor.
Het leukste vind ik lesgeven over de Nederlandse geschiedenis en –cultuur. Want ja, wanneer doe ik dat nou? Ja, nooit. Of het nu over de Deltawerken gaat, of Vadertje Drees, it’s all part of me. Ik begin me meer en meer te realiseren hoe Nederlands ik eigenlijk ben. Gek, hè. En probeer maar eens uit te leggen wat een postbus is en wat een postbode precies doet. Uiteraard bestaat hier wel een postsysteem, maar ik heb nog nooit een postbode gezien en post krijg ik zelden. En als je iets wilt versturen moet ik he-le-maal naar het postkantoor en daar is er maar één van.
Kortom, er is genoeg te leren en zelf leer ik er ook nog wat van!
Annemiek.
Geef een antwoord